- Alles van de vaste stok: Dat kun je zien in het filmpje hieronder wat ik op YouTube gevonden heb.
- peilen: peilen met een peilloot is handig. zo kun je weten hoe diep je moet vissen om bijvoorbeeld net op de bodem te komen.
- Water zonder stroming en weinig tot geen wind: Vissen met een staande haak, is als de haak met de onderkant op de bodem “staat“. De dobber wordt dan zodanig uitgelood dat de antenne nog net boven water uitsteekt wanneer het peillood de bodem raakt.
- Water met stroming of wind van opzij: Vis dik op de bodem. De dobber wordt zodanig uitgelood dat de dobber twee dobberlengtes boven water uit steekt wanneer het peillood de bodem raakt. Trucje is om je bovenste toprubber eraf te halen, zodat de wind geen vat krijgt op de lijn.
- Het vissen op baars of op kleinere vis: Vis enkele centimeters boven de bodem. De dobber wordt dusdanig uitgelood dat de antenne een aantal centimeters onder water is wanneer het peillood de bodem raakt.
- Vissen bij warm weer of vissen op rietvoorn: Zoek de vis op half waterdiepte of vlak onder de oppervlakte. Een enkele keer, wanneer de vis niet bijten wil, helpt het om met “klein zink” te gaan vissen. Vanwege de warmte kan zuurstofgebrek in het water ontstaan, waardoor de vis zich in de bovenste waterlagen bevindt, waar meer zuurstof aanwezig is. Rietvoorn bevindt zich ook vaak vlak onder de oppervlakte, om daar te jagen op insecten die in het water zijn gevallen.
- Vissen op brasem of overige grote vis: Op sleep vissen, met het laatste loodje op de bodem en je haak op zo`n 20 centimeter. Gebruik vooral pieren, mestpieren of maden als aas.
Maak jouw eigen website met JouwWeb